Symptomen van een hersentumor

Afhankelijk van het type en de plaats van een hersentumor kunnen verschillende klachten en symptomen ontstaan. Sommige hersentumoren groeien langzaam en geven weinig of milde klachten, terwijl andere snel groeien en snel ernstige symptomen veroorzaken. Het herkennen van de vroege signalen van een hersentumor is belangrijk voor tijdige diagnose en behandeling.

Een greep uit de symptomen van een hersentumor

Een groeiende hersentumor oefent druk uit op de hersenen en kan zo klachten veroorzaken. Die drukverhoging kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid en braken. Echter, lang niet alle hersentumoren veroorzaken deze klachten. Als een tumor langzaam groeit, hebben de hersenen tijd zich aan te passen, waardoor er weinig hersendruk ontstaat.

Andere verschijnselen zijn afhankelijk van de plaats waar de tumor groeit. Dit bepaalt namelijk welke lichaamsfuncties verstoord raken of uitvallen. Deze klachten heten uitvalsverschijnselen. Een tumor in het bewegingscentrum kan (lichte) verlammingen veroorzaken. Als de tumor groeit in een deel van de hersenen waar de spraak wordt geregeld, kunt u problemen krijgen met het praten. Een tumor die meer achter in de hersenen groeit, kan voor problemen met het zien en horen zorgen. Een derde, veel voorkomend verschijnsel is epilepsie. Door irritatie van de zenuwcellen ontstaat een soort kortsluiting in de hersenen, wat epileptische aanvallen veroorzaakt.

Daarnaast zijn er algemene klachten en symptomen als gevolg van verhoogde hersendruk door de hersentumor. Een groeiende tumor neemt ruimte in en oefent druk uit op het omringende gebied binnen de schedel, die bijna een gesloten geheel is. Hierdoor kan de druk stijgen, vooral als de tumor snel groeit en de hersenen zich niet goed kunnen aanpassen. Ook kan zich vocht ophopen rondom de tumor (oedeem) en de doorstroming van hersenvocht belemmerd raken, wat bijdraagt aan de drukverhoging.

Er zijn dus drie soorten klachten: uitvalsverschijnselen, klachten door verhoogde hersendruk en epilepsie. Hieronder beschrijven we deze klachten uitgebreid zodat u de vroege signalen van een hersentumor kunt herkennen.

 

Een tumor kan op het omringende weefsel drukken of het beschadigen, waardoor zenuwcellen minder goed functioneren. De verschijnselen hangen samen met de plaats waar de tumor groeit. Elk hersendeel heeft eigen taken; beschadiging daarvan leidt tot uitval van die taken. Hoe groter de beschadigde plek, hoe groter de kans op meerdere uitvalsverschijnselen.

 

Voorbeelden:

  • Een tumor in de linker hersenhelft kan problemen met taal veroorzaken: u heeft bijvoorbeeld moeite met het bedenken van de juiste woorden of u begrijpt niet wat anderen zeggen. Bij sommige mensen zit het taalcentrum in de rechter hersenhelft.
  • Een tumor achterin in de hersenen kan problemen met zien geven: het lukt u misschien niet meer om de krant te lezen.
  • Een tumor in het bewegingscentrum kan (lichte) verlammingen veroorzaken: u krijgt bijvoorbeeld de sluiting van een ketting niet meer goed open of dicht, u kunt een arm of been niet meer goed bewegen of u krijgt moeite met lopen.
  • Een tumor voor in de hersenen leidt soms tot problemen met uw emoties en stemmingen: u wordt traag en onverschillig, prikkelbaar, humeurig of depressief. U kunt te maken krijgen met karakterveranderingen. Wanneer u zich anders gaat gedragen, wordt dit vaak als eerste opgemerkt door iemand uit uw (directe) omgeving. Soms is de verandering heel uitgesproken, zoals bij ‘decorumverlies’, waarbij heel nette mensen opeens erg grof kunnen worden. Ook kunnen cognitieve problemen optreden: het kost u moeite uw aandacht ergens bij te houden, u kunt zich slecht concentreren en uw geheugen werkt minder goed.

Let op: toch kunnen artsen moeilijk voorspellen wat nu precies de symptomen en gevolgen van een hersentumor zullen zijn. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk welk deel van de hersenen nu precies wat doet, zeker bij de grote hersenen is het moeilijk om taken precies aan te wijzen. Bovendien zijn taken niet bij alle mensen op precies dezelfde manier verdeeld. Daar komt bij dat de verschillende hersendelen met elkaar samenwerken. Bij één taak zijn vaak meerdere hersendelen betrokken. Als de samenwerking niet goed verloopt, kunnen er ook allerlei problemen ontstaan. Een tumor veroorzaakt bovendien niet altijd uitvalsverschijnselen. Sommige tumoren groeien op een plaats waar uitval van een functie niet sterk opvalt: een neurologisch ‘stil’ gebied. Deze tumoren kunnen langere tijd onopgemerkt groeien.

Drie groepen uitvalsverschijnselen 

Een hersentumor kan leiden tot een groot aantal uitvalsverschijnselen met bijbehorende symptomen zoals eerder als voorbeelden gegeven. Deze uitvalsverschijnselen zijn in drie groepen te onderscheiden:

  • Lichamelijke stoornissen: Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht, door de tumor zelf, de schade die het veroorzaakt, behandelingen of bijwerkingen van medicijnen. Ook kunnen stoornissen in zintuigen, spiercontrole, evenwicht en hormoonhuishouding voorkomen.
  • Stoornissen in denken en doen: In de hersenen komt voortdurend informatie binnen: boodschappen over de omgeving en over de rest van het lichaam. In de hersenen wordt deze informatie verwerkt en opgeslagen. Vervolgens sturen de hersenen een passende boodschap terug. Als er in dit proces iets mis gaat, kan dit ingrijpende gevolgen hebben voor iemands denken en doen. Het denktempo kan trager worden en concentratieproblemen, desoriëntatie in tijd en plaats, geheugenproblemen en moeite met plannen kunnen optreden.
  • Veranderingen in het karakter: De manier waarop u zich gedraagt en op anderen reageert wordt geregeld vanuit de hersenen. Een verandering in de hersenen kan dus leiden tot een verandering in gedrag, reactie en emotie. Veranderingen in gedrag en emotie kunnen variëren van passiviteit tot ontremd, impulsief gedrag. Sommigen worden sneller boos of agressief, krijgen stemmingswisselingen, of vertonen decorumverlies. Ook sombere, angstige en depressieve gevoelens komen voor.

Sommige mensen met een hersentumor krijgen last van een drukkende hoofdpijn door verhoogde hersendruk. In de omliggende hersenen kan ook een zwelling ontstaan door opeenhoping van vocht (oedeem), die bijdraagt aan de drukverhoging. Mogelijk merkt u dit op als vroege signalen van de hersentumor.

De hoofdpijn zit vaak achter de ogen. De meeste mensen hebben ’s ochtends meer last van de hoofdpijn dan ’s avonds. Dit heeft te maken met het feit dat de hersendruk normaal gesproken het hoogst is in de vroege ochtend. Deze hoofdpijn kan aanhoudend zijn en soms gepaard gaan met misselijkheid en braken, wazig zien, verwardheid of slaperigheid. De hoofdpijn kan in bepaalde situaties verergeren. Wanneer u bijvoorbeeld moet niezen of bukken neemt de druk – en dus ook de pijn – toe.



Een epileptische aanval behoort tot de vroege signalen van een hersentumor. Deze aanvallen komen vooral voor bij een laaggradig glioom (langzaam groeiende hersentumor uitgaande van gliacellen, ondersteunende cellen van het zenuwstelsel). Ongeveer tachtig procent van de mensen met een laaggradig glioom heeft last van epileptische aanvallen, tegenover dertig procent bij een hooggradig glioom (snel groeiende hersentumor uitgaande van gliacellen, ondersteunende cellen van het zenuwstelsel). Bij epilepsie gaat er wat mis met de signaaloverdracht in de hersenen. Er ontstaat een ongecontroleerde ontlading van signalen: de signaaloverdracht slaat op hol. Vandaar dat wel wordt gesproken over ‘kortsluiting’ in de hersenen. Epileptische aanvallen duren meestal kort (enkele seconden of minuten) en gaan meestal vanzelf weer over. Doordat een deel van de hersenen ontregeld raakt, verliest iemand even de controle over het lichaam of bewustzijn. Het tijdelijke controleverlies is het gevolg van een epileptische aanval.

Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen. De aanvallen kunnen onopvallend zijn: u bent alleen even ‘afwezig’. Maar de aanvallen kunnen ook heel heftig zijn: u valt, raakt buiten bewustzijn en schokt met de armen en benen. Bij een hevige aanval kunt u ongewild urine verliezen en hard op de tong bijten.

De meest voorkomende kenmerken van epilepsie bij mensen met een glioom zijn: beven, trillen of schokken van de ledematen en eventueel een bewustzijnsdaling.



De klachten zijn afhankelijk van het type hersentumor

Het type hersentumor bepaalt mede welke klachten en symptomen u krijgt. Het snel groeiende glioblastoom (een hooggradige, agressieve hersentumor van de astrocyten) geeft vaak direct ernstige klachten zoals:

  • problemen met emoties en stemmingen
  • moeite met denken (aandacht, concentratie, geheugen)
  • uitval van spraak en taal
  • verlammingsverschijnselen
  • epilepsie
  • problemen met zien
  • hoofdpijn, misselijkheid en braken

De klachten van laaggradige hersentumoren zijn meestal minder ernstig. Bij dit type hersentumoren komt epilepsie vaker voor. Andere symptomen van een laaggradige hersentumor zijn: problemen met emoties en stemmingen, en moeite met denken. Verlammingsverschijnselen en hoofdpijn komen slechts zelden voor bij laaggradige gliomen.

Een doorverwijziging bij vroege signalen

Bij vroege signalen van een hersentumor, zoals beschreven klachten, zal uw huisarts mogelijk vermoeden dat u een hersenaandoening heeft. Hij of zij verwijst u dan door naar een neuroloog, die preciezer kan onderzoeken wat de oorzaak van uw klachten is en of deze symptomen inderdaad veroorzaakt worden door de diagnose hersentumor.