Als u te horen krijgt dat u een hersentumor heeft, zal dat een grote schok voor u zijn, die allerlei verschillende gedachten, gevoelens en reacties met zich mee kan brengen. We gaan op deze pagina in op de gedachten, gevoelens en reacties die kunnen ontstaan na de diagnose van een hersentumor.
De eerste reactie: allerlei gedachten en gevoelens tegelijkertijd
Misschien dringt het slechte nieuws van de arts eerst nauwelijks tot u door. U bent verdrietig of boos dat dit juist ú moet overkomen. U heeft moeite te geloven dat wat de arts u vertelt écht waar is. U voelt zich machteloos, omdat u niets tegen de tumor kunt doen. Of u bent teleurgesteld, omdat veel van de plannen die u had, van de ene dag op de andere in het water dreigen te vallen.
Tegelijkertijd kunt u ook opluchting voelen, omdat u nu eindelijk weet wat er precies met u aan de hand is. Voorafgaand aan de diagnose heeft u allerlei onderzoeken moeten ondergaan. Misschien vermoedde u al dat er iets niet in orde was, maar u moest een tijd wachten voordat de artsen zekerheid konden geven. Na een onzekere periode weet u nu waar u aan toe bent.
Een moeilijke periode volgt
Door het slechte nieuws komen allerlei dingen in een ander licht te staan: uw gezondheid, uw relaties, uw werk, uw toekomst…. Wat ooit vanzelfsprekend was, is nu onzeker geworden. Dingen waarop u rekende of hoopte, zijn ineens gaan wankelen. Het is begrijpelijk wanneer er in deze periode veel gedachten en gevoelens naar boven komen.
Omgaan met verandering
Vooral de eerste tijd kan het in uw hoofd een chaos zijn: een warboel van allerlei gevoelens en gedachten. Die maalstroom in uw hoofd kan erg vermoeiend zijn. Het is moeilijk van uw gedachten los te komen: u blijft piekeren. Daar komt bij dat ook uw leven plotseling nogal chaotisch kan verlopen. Door uw ziekte verandert uw dagelijkse patroon. U gaat niet meer naar uw werk, u wordt opgenomen in het ziekenhuis en u moet allerlei zaken regelen. Ook bij u thuis kan het drukker zijn dan normaal, bijvoorbeeld omdat vrienden en familieleden met u meeleven, bellen en vaker over de vloer komen om u en uw partner bij te staan.
Het is niet te voorspellen met welke gevoelens u precies te maken krijgt. Iedereen reageert anders op een nare, ingrijpende gebeurtenis. De emoties die u ervaart, kunnen ook samenhangen met de tumor zelf.
De relatie tussen emoties en een hersentumor
Bij mensen met een hersentumor komen angst en depressie vaker voor dan bij mensen met een andere vorm van kanker. Dit heeft voor een deel te maken met de lokalisatie van de tumor. Doordat hersentumoren ruimte innemen in de hersenen kunnen ze direct gevolgen hebben voor de gedachten en gevoelens, maar ook voor de persoonlijkheid en het psychisch functioneren. De een wordt angstig en depressief, de ander raakt ontremd, euforisch of onverschillig. Dit zijn voorbeelden van uitvalsverschijnselen.
Emoties zijn er in alle soorten en maten
Zoals hierboven beschreven, kunnen de emoties waarmee u te maken krijgt sterk uiteenlopen. Dat geldt ook voor de heftigheid ervan. Soms kan de boosheid of het verdriet heel hevig zijn, op andere momenten spelen deze gevoelens alleen op de achtergrond een rol. Na verloop van tijd zullen dit soort emoties, die niet het directe gevolg van de hersentumor zijn, minder hevig worden. Ze kunnen op sommige momenten echter plotseling oplaaien. Dit gebeurt vaak op ‘speciale momenten’. Als u na een behandeling weer thuiskomt bijvoorbeeld, of wanneer er in uw familie of vriendenkring een bijzondere gebeurtenis wordt gevierd, zoals een trouwerij of geboorte.
Onderaan deze pagina beschrijven we een aantal emoties die u misschien zult ervaren wanneer bij u een hersentumor is vastgesteld.
Bij wie kunt u met uw vragen terecht?
Vragen over uw ziekte kunt u stellen aan uw huisarts, medisch specialist of oncologieverpleegkundige. Ook kunt u terecht op kanker.nl, waar informatie voor mensen met een hersentumor te vinden is. Daarnaast kunt u veel hebben aan lotgenoten: mensen die net als u een hersentumor hebben en dus weten wat u doormaakt.
Het verwerken van slecht nieuws kost tijd
Het verwerken van slecht nieuws en omgaan met de bijbehorende gedachten en gevoelens gaat niet van de ene op de andere dag. Het zal een tijdje duren voordat bij u en uw naasten echt is doorgedrongen dat u een hersentumor heeft, wat de gevolgen daarvan zijn en hoe de toekomst eruitziet.
Stel vragen en verzamel informatie
Het stellen van vragen kan u helpen bij de verwerking van uw gedachten en gevoelens. Hoe meer u weet over uw ziekte, het verloop ervan, de verschillende onderzoeken of mogelijke behandelingen, hoe beter u zich kunt voorbereiden op wat u te wachten staat. Het verzamelen van informatie geeft u het gevoel dat u zelf eindelijk wat kunt doen. Het geeft u wat houvast in een tijd waarin u soms het gevoel krijgt dat u de grip op uw leven bent verloren.
Hieronder beschrijven we een aantal emoties die u misschien zult ervaren wanneer bij u een hersentumor is vastgesteld.
Het bericht dat u een hersentumor heeft, kan u angstig maken. U was eraan gewend gezond te zijn. Als u zich ziek voelde, was daar altijd wel iets aan te doen. Misschien kende u wel mensen met kanker, maar dacht u dat het ú nooit zou overkomen. Dat ook u van de ene dag op de andere dag ziek kunt worden, kan u bang en onzeker maken. U kunt ook angstig zijn over uw toekomst. Hoe zal het verder gaan? Word ik helemaal beter? Slaat de behandeling wel aan?
Als u te horen heeft gekregen dat u niet beter zult worden, kan het naderende einde u angstig maken. Misschien bent u bang dat u veel pijn zult hebben of ziet u erg op tegen de behandeling. U kunt ook bang zijn voor uitvalsverschijnselen omdat uw hersenen beschadigd zijn. Misschien vreest u dat u zich vreemd zult gedragen of niet meer begrijpt wat er om u heen gebeurt. Misschien bent u bang voor het moment dat u zult sterven of maakt u zich zorgen over uw partner en uw kinderen. Redden zij zich in hun eentje als u er straks niet meer bent?
Ook verdriet is een emotie waarmee u te maken kunt krijgen. Verdriet om de ernst van uw ziekte en de nare kanten van de behandelingen. Of in het ergste geval: verdriet omdat u weet dat uw leven op zijn einde loopt en u afscheid moet gaan nemen. Van de mensen die u lief heeft, zoals uw partner, kinderen, familieleden en vrienden, maar ook van uw toekomstplannen, uw werk en de dingen die u graag deed.
Veel mensen met kanker maken een periode door waarin ze erg boos zijn. Waarom heeft juist ú kanker gekregen, terwijl u nog zoveel plannen en voornemens had? U vindt het onrechtvaardig dat van alle mensen ú degene bent die ziek is geworden, terwijl anderen gezond blijven. Dit laatste kan u ook jaloers maken. Er zijn zoveel mensen die niets van hun leven maken, waarom blijven zij gezond, en u niet?
Ook onzekerheid is een gevoel dat veel voorkomt. Door de hersentumor komen veel zekerheden op losse schroeven te staan. U weet niet precies hoe de behandelingen zullen verlopen en wat de resultaten ervan zullen zijn. De toekomst is onzeker geworden. Plannen die u had, kunt u misschien niet meer uitvoeren.
Onzekerheid kan zich ook richten op uw lichaam. Uw gezondheid is plotseling in gevaar en het is net of uw lichaam zich tegen u keert. Wat zo vertrouwd was, kan opeens ‘vreemd’ en ‘gevaarlijk’ lijken, alsof uw lichaam u in de steek laat.
Heel wat mensen hebben last van sombere buien. Misschien zijn er dagen dat u het allemaal niet meer ziet zitten. U heeft nergens zin in, bent lusteloos, u ziet alles somber in en beleeft nergens plezier aan.
Gelukkig zullen er meestal mensen in uw leven zijn die u steunen wanneer u zich somber voelt. Uw partner bijvoorbeeld, uw kinderen, familieleden, vrienden of (oud-)collega’s. Dankzij hun steun zult u zich waarschijnlijk sterker voelen, en kan het u lukken om ook de positieve kanten weer te gaan zien.
Soms lukt dit niet en blijft de somberheid voortduren. U kunt dan in een neerwaartse spiraal terechtkomen, waardoor u zich steeds ellendiger voelt. Opkrabbelen wordt dan steeds moeilijker. Somberheid kan ook een bijwerking zijn van de medicijnen die u krijgt voorgeschreven. Als de somberheid langer duurt dan een paar weken, kan er sprake zijn van een depressie. Neem in dat geval contact op met uw behandelaar, de oncologieverpleegkundige of huisarts. Hij of zij kan u begeleiden of doorverwijzen naar een andere hulpverlener.